Boost a School geeft uitvoering aan haar doelstoelling door het vaststellen van een aantal focuslanden. In deze landen worden een of meerdere projecten gedefinieerd. Boost a School zal zoveel mogelijk bestaande organisaties met aantoonbare ervaring in vergelijkbare lokale omstandigheden betrekken in het uitvoeren van de projecten. Dit zijn allen organisaties zonder winstoogmerk, met veel ervaring in het bouwen van scholen, de opleiding van leraren en het vaststellen en uitvoeren van het lesprogramma.
Centraal in de aanpak is onze ‘Boost-a-Job formule’, die als leidraad dient voor ons gezamenlijk opereren. De insteek is dat bij het bedrijfsleven geïnventariseerd wordt aan hoeveel en welke arbeidskrachten er op een bepaalde termijn (bijvoorbeeld 2 jaar) behoefte is. Vervolgens wordt er gekeken in hoeverre de huidige arbeidsmarkt hieraan kan voldoen, en aan welke opleidingen er mogelijk behoefte is. Hierop wordt ingespeeld door opleidingsprogramma’s tussen opleidingsinstituten en jongeren te contracteren, mogelijk in afstemming met overheden.
We kijken expliciet naar het lesprogramma, lesmateriaal en de capaciteiten en vaardigheden van docenten. Aansluiting van het onderwijs op de vereisten van de lokale arbeidsmarkt is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Waar nodig wordt het programma aangescherpt met inzichten verkregen door bedrijven en andere instellingen die gezamenlijk de lokale arbeidsmarkt vormen. Docenten worden getraind om het programma effectief te kunnen overbrengen.Certificering komt hierbij ook duidelijk aan de orde. Contractering en het monitoren van de uitvoering krijgt veel aandacht teneinde concrete resultaten op te leveren.
De basis voor deze formule hebben we als volgt gedefinieerd:
1. Starten in Sector en County in Afrika: Ethiopië – Kenia - Uganda
2. In kaart brengen behoefte van bedrijven aan arbeidskrachten:
De vraag van de bedrijven die lokaal actief zijn is bij Boost a Job leidend. Onderdelen van de behoefte inventarisatie zijn in ieder geval:
a. Volume aan arbeidskrachten (incl. Tijdelijke/seizoens- of vaste krachten)
b. Benodigde competenties (soft & hard skills)
3. Scannen arbeidsmarkt en formuleren vraag aan (publieke en/of private) beroepsopleidingen:
Is er voldoende en goed aanbod? Zo ja, dan is er geen vraagstuk. Zo nee, dan is de vraag hoe versneld de gap in kwantiteit en/of kwaliteit van arbeidskrachten kan worden gedicht door de aanwezige beroepsopleidingen.
4. Contractuele afspraken tussen bedrijven en beroepsopleidingen en overheden en jongeren:
a. Hoeveel geschikte arbeidskrachten levert de beroepsopleiding binnen welke termijn tegen welke prijs (betaling door bedrijf)?
b. Wat levert het bedrijf eventueel nog meer (bv machines, leerkrachten, stageplekken, etc.)
c. Is de opleiding certificeerbaar en zo ja wanneer gaat de overheid dat doen, eventueel tegen welke kosten.
d. Wat zijn de zekerheden voor de jongeren die deze opleiding volgen en omgekeerd waar committeren zij zich op welke manier aan richting de opleiding en het bedrijf/de bedrijven.
5. Sluiten van contracten tussen de diverse partijen
6. Periodieke contractevaluatie
7. Organisatie vanuit NL met diverse partners en financiers: na te streven Bedrijfsmodel is mogelijk een Social Enterprise